Woningcorporaties ontvangen regelmatig verzoeken van kinderen om de huurovereenkomst van hun overleden ouder te mogen voortzetten. Zij stellen zich dan o.a. op het standpunt dat zij met hun overleden ouder een duurzame, gemeenschappelijke huishouding hebben gehad, omdat zij naar hun ouderlijke huis zijn teruggekeerd om hun ouder mantelzorg te verlenen. Eind vorig jaar heeft het hof Den Haag hierover een uitspraak[1] gedaan.
In november 2020 verhuist de moeder (op dat moment al 82 jaar) vanwege haar medische situatie naar een benedenwoning van een woningcorporatie. Op het formulier “verklaring acceptatie woning” staat dat een zoon bij haar komt inwonen als haar permanente mantelzorger. Twee jaar later vraagt de zoon of hij medehuurder kan worden. De woningcorporatie wijst zijn verzoek af. Eén maand later overlijdt zijn moeder. De zoon start een procedure bij de kantonrechter, omdat hij de huurovereenkomst wil voortzetten.
Hij stelt zich op het standpunt dat hij met zijn moeder een duurzame, gemeenschappelijke huishouding heeft gehad, omdat hij haar mantelzorger is geweest. Volgens de kantonrechter is het verlenen van mantelzorg juist een belangrijke aanwijzing voor het ontbreken van wederkerigheid. Dat de zoon liefdevol voor zijn hulpbehoevende moeder heeft gezorgd, maakt niet dat sprake is van een duurzame, gemeenschappelijke huishouding. De kantonrechter wijst zijn vordering daarom af[2].
Het hof is het met de kantonrechter eens: “het gegeven dat de samenleving ten doel heeft mantelzorg te verlenen, is een contra-indicatie voor het bestaan van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Van wederkerigheid is dan immers in de regel geen sprake, terwijl de samenwoning in de regel ook niet op een duurzame gezamenlijke toekomst is gericht, maar samenhangt met de bestaande verzorgingsbehoefte van de huurder”. Volgens het hof is de zoon uitsluitend als mantelzorger voor zijn moeder meeverhuisd naar de benedenwoning. Zijn moeder was op leeftijd en had hem nodig om voor haar te zorgen. De zoon kan de huurovereenkomst niet voortzetten. Hij moet de benedenwoning verlaten.
Heeft u een verzoek tot voortzetting ontvangen? En, weet u niet zeker of de achterblijver aan de wettelijke vereisten voldoet om de huurovereenkomst te mogen voortzetten? Neem dan telefonisch contact met ons op. We helpen u graag.
[1] Hof Den Haag 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:1912
[2] Rechtbank Rotterdam 8 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:8290