Prostitutie in de woning: bodem- of kort geding procedure?

Wil een verhuurder optreden tegen illegale prostitutie in haar woning, dan is het starten van een bodemprocedure tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning de meest gebruikelijke methode. Het nadeel van een bodemprocedure is de lange doorlooptijd (gemiddeld negen maanden). Een spoedprocedure (ook kort geding genoemd) duurt veel minder lang, maar is in prostitutiezaken meestal niet mogelijk, omdat de verhuurder een spoedeisend belang moet hebben.

In 2011 heeft het Hof Den Bosch bepaald dat een vordering tot ontruiming van een woning onder bepaalde omstandigheden spoedeisend kan zijn waardoor de procedure in kort geding kan plaatsvinden. Welke omstandigheden dit (kunnen) zijn bij een ontruiming in verband met illegale prostitutie, is naar voren gekomen in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam in 2017. In deze zaak had de verhuurder ontruiming in kort geding gevorderd vanwege illegale prostitutie in de woning. Tegelijkertijd had de Gemeente Rotterdam een bestuurlijke maatregel aangekondigd die kon uitmonden in de sluiting van het gehuurde (een zogeheten burgemeestersluiting). De gemeente had aangegeven dat de sluiting van de woning niet zou plaatsvinden als in de tussentijd ontruiming van het gehuurde (door middel van het ontruimingsvonnis gehaald door de verhuurder) kon plaatsvinden. De rechter vond dat de verhuurder daarom een spoedeisend belang had in zijn ontruimingsvordering en wees de vordering in kort geding toe.

Ook in een procedure bij de rechtbank Oost-Brabant in 2018 had de huurder zijn woning gebruikt voor illegale prostitutie. De huurder had zijn woning zonder toestemming van de verhuurder onderverhuurd dan wel in gebruik gegeven aan twee logeés. Deze twee dames bleken seksuele diensten te verrichten in de woning. De rechter nam het huurder met name kwalijk dat hij geen toezicht had gehouden op de woning en bovendien niets aan de situatie had gedaan toen hij later wel op de hoogte was gekomen van de prostitutie die plaatsvond in zijn woning. De rechter oordeelde dat het in gebruik geven van de woning door de huurder en de verhuurder voldoende spoedeisend belang had om aan deze situatie van woonfraude op korte termijn een einde te maken en wees de ontruimingsvordering in kort geding toe.

Uit bovenstaande uitspraken volgt dat bij prostitutie in de woning, de omstandigheden van het geval van groot belang zijn. Deze omstandigheden kunnen er toe leiden dat een procedure in kort geding kan worden gevoerd wat de verhuurder veel tijdwinst oplevert.

Een casus ter beoordeling aan ons voorleggen? Neem contact met ons op.

cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl