Veel woningcorporaties houden een ‘zwarte lijst’ bij. Dit is een lijst waarop huurders staan die gedurende een bepaalde periode geen nieuwe huurovereenkomst mogen aangaan in een bepaalde regio. Veel woningcorporaties houden een ‘zwarte lijst’ bij. Dit is een lijst waarop huurders staan die gedurende een bepaalde periode geen nieuwe huurovereenkomst mogen aangaan in een bepaalde regio. De zwarte lijst is te raadplegen door alle woningcorporaties in de betreffende regio, zodat een huurder op de zwarte lijst in feite door alle woningcorporaties uit deze regio wordt geweerd. De reden hiervoor kan bijvoorbeeld zijn dat de betreffende huurder in het verleden overlast heeft veroorzaakt of een hennepkwekerij heeft geëxploiteerd in een huurwoning. Een zwarte lijst kan ervoor zorgen dat een betere leefomgeving wordt gecreëerd voor andere huurders. Per regio verschilt het hoe de zwarte lijst wordt genoemd. In de regio Rotterdam wordt de zwarte lijst bijvoorbeeld ook wel ‘het regionaal vangnet’ genoemd.
 
Omdat op 25 mei de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de daarbij behorende Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG) in werking treden, is het de vraag hoe het bijhouden van een zwarte lijst zich verhoudt tot de nieuwe privacywetgeving.
 
Onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) was het onder omstandigheden toegestaan een zwarte lijst bij te houden. Als de Autoriteit persoonsgegevens (AP) voor een bepaalde zwarte lijst al een verklaring van rechtmatigheid heeft afgegeven tijde van de Wbp, dan is het toegestaan om deze zwarte lijst ook te gebruiken na de inwerkingtreding van de AVG. De vraag is hoe het onder de AVG is geregeld als een woningcorporatie na de inwerkingtreding van de AVG een nieuwe zwarte lijst in het leven wil roepen.
 
In artikel 1 UAVG is opgenomen wat wordt verstaan onder ‘persoonsgegevens van strafrechtelijke aard’. Volgens de UAVG worden hier niet alleen persoonsgegevens onder verstaan die betrekking hebben op strafrechtelijke veroordelingen, maar ook persoonsgegevens die betrekking hebben op een rechterlijk verbod naar aanleiding van onrechtmatig of hinderlijk gedrag. Als een huurder in het verleden door de kantonrechter is veroordeeld tot het ontruimen van zijn huurwoning, dan is dit volgens de UAVG een ‘persoonsgegeven van strafrechtelijke aard’. Op grond van artikel 10 AVG is het alleen toegestaan om persoonsgegevens van strafrechtelijke aard te verwerken indien dit gebeurt onder toezicht van de overheid of indien dit is toegestaan op basis van een wet die passende waarborgen biedt voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen.
 
Omdat in het geval van het bijhouden van een zwarte lijst geen sprake is van het verwerken van gegevens onder toezicht van de overheid, moet er een wettelijke basis zijn om dit als woningcorporatie te mogen doen. De mogelijke wettelijke basis op grond waarvan kan worden afgeweken van artikel 10 AVG is te vinden in artikel 32 en 33 UAVG.
 
Artikel 33 lid 4 sub c UAVG biedt een grond voor het bijhouden van een zwarte lijst. Er is namelijk sprake van een verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van derden, omdat een zwarte lijst vaak niet voor één, maar voor meerdere woningcorporaties toegankelijk is. Uit deze bepaling blijkt dat na inwerkingtreding van de AVG een vergunning van de Autoriteit persoonsgegevens nodig is om een zwarte lijst bij te houden (in de termen van de AVG: om persoonsgegevens van strafrechtelijke aard te verwerken). Lid 5 van artikel 33 UAVG leert ons dat een vergunning alleen door de AP wordt verleend als dit ‘noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend belang van derden en bij de uitvoering is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad’. Er moet dus een bepaald belang zijn (bijvoorbeeld: het bevorderen van een betere leefomgeving voor andere huurders) en er moeten waarborgen zijn waardoor de persoonlijke levenssfeer van de betreffende huurders wordt beschermd.
 
Nu duidelijk is waar aan moet worden voldaan om een dergelijke vergunning te krijgen, is de volgende vraag: hoe krijg je de vergunning? De AP zal binnenkort bekendmaken hoe een dergelijke vergunning kan worden verkregen en welke voorwaarden hieraan zijn verbonden. Voor de toestemming om nieuwe ‘zwarte lijsten’ te delen met andere woningcorporaties moeten we dus nog even geduld hebben.
 
cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl