Als een huurder onder bewind staat, regelt de bewindvoerder het beheer en de beschikking van zijn goederen. De bewindvoerder vertegenwoordigt de huurder. De huurder is handelingsonbevoegd. Wat betekent dit in de praktijk?
Als een huurder onder bewind staat, regelt de bewindvoerder het beheer en de beschikking van zijn goederen. De bewindvoerder vertegenwoordigt de huurder. De huurder is handelingsonbevoegd. Wat betekent dit in de praktijk?
Voor het sluiten van een huurovereenkomst moet de bewindvoerder toestemming geven aan de huurder. Als een huurovereenkomst wordt gesloten zonder die toestemming, is de overeenkomst wel geldig en heeft de huurder ook recht om in de woning te verblijven. Echter, wanneer schulden ontstaan uit de huurovereenkomst, bijvoorbeeld een huurschuld, kunnen die niet verhaald worden op het onder bewind gestelde vermogen van de huurder. De verhuurder kan in voorkomend geval wel ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vorderen, maar niet betaling van de huurschuld.
Kortom: het is dus belangrijk om te kunnen bewijzen dat de onder bewind staande huurder toestemming had van de bewindvoerder voor het sluiten van de huurovereenkomst óf dat de bewindvoerder de huurovereenkomst mede ondertekent (voor akkoord).
Dit geldt ook wanneer gedurende een huurovereenkomst met een onder bewind staande huurder afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld het woongedrag (denk aan een laatste kansovereenkomst of een gedragsaanwijzing). De bewindvoerder moet de huurder ófwel toestemming geven voor het ondertekenen van die afspraken ófwel meetekenen.
In een niet gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Rotterdam uit 2022 is de met de huurder gesloten laatste kansovereenkomst door de rechter buiten beschouwing gelaten, “omdat de overeenkomst niet is gesloten tussen de daarvoor bevoegde personen.” De rechter oordeelde in dit kader: “De uit de laatste kansovereenkomst voortvloeiende rechten van de rechthebbende — net zoals bij de huurovereenkomst zelf — zijn aan te merken als goederen in de zin van art. 1:431 lid 1 BW. Daarom is het aangaan van dergelijke overeenkomst de taak van de bewindvoerder op grond van artikel 1:441 BW en niet de taak van de rechthebbende (in dit geval [huurder]).”
Wanneer de verhuurder overgaat tot het starten van een rechtszaak tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, moet de bewindvoerder van de huurder als formele procespartij worden gedagvaard. Hierover heeft de Hoge Raad geoordeeld in zijn arrest uit 2014 (naar aanleiding van prejudiciële vragen).
Het is dus belangrijk om reeds voor het sluiten van een huurovereenkomst en gedurende de huurovereenkomst bij het maken van afspraken en het starten van een rechtszaak te controleren of de (kandidaat) huurder een bewindvoerder heeft. Dit kan eenvoudig worden nagegaan in het curatele- en bewindregister (te raadplegen via de website www.rechtspraak.nl). De bewindvoerder moet in voorkomend geval namelijk toestemming geven aan de huurder voor het sluiten van de overeenkomst, dan wel de overeenkomst mede ondertekenen (voor akkoord).
Indien een (kandidaat) huurder onder curatele is gesteld, is diegene handelingsonbekwaam en treedt de curator namens hem op. Curatele gaat verder dan bewind, aangezien het niet alleen om de financiën gaat maar ook om persoonlijke verzorging. Bij curatele moet de curator alle belangrijke documenten namens de huurder ondertekenen.
Als u nog vragen heeft over dit onderwerp, kunt u ons benaderen. Wij denken graag met u mee!
Op 16 april 2024 kunt u (in de middag) onze cursus ‘Bewindvoering en gevolgen voor de huurovereenkomst’ volgen. Wij praten u dan helemaal bij over dit onderwerp. U kunt zich inschrijven voor deze cursus via onze website.